De Nederlandse industriële sector staat op het punt mogelijk een keerpunt te bereiken na een periode van uitdagingen en onzekerheden. Recente gegevens suggereren dat er enige verbetering in zicht is, hoewel de Nevi Inkoopmanagersindex nog steeds onder de neutrale score van 50 blijft, met een recente stijging van 48,9 in januari naar 49,3 in februari. Dit geeft aan dat er sprake is van een lichte verbetering, maar de sector staat nog steeds voor enkele problemen.
Een van de belangrijkste uitdagingen is de aanzienlijke daling van de industriële productie in 2023, die volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek maar liefst 7,7 procent bedroeg. Deze daling is de grootste sinds de crisis van 2009 en heeft verschillende sectoren getroffen, met name de machinebouw en energie-intensieve sectoren zoals de chemische en basismetaalindustrie.
Ondanks deze problemen zijn er echter ook positieve ontwikkelingen te bespeuren. De lichte toename van de werkgelegenheid en het voorzichtige stijgen van nieuwe exportorders wijzen op een mogelijke stabilisatie. Met name het herstel van nieuwe orders in het laatste kwartaal van 2023, gerapporteerd door ASML, brengt enige hoop in de sector.
Niettemin vormen de hoge energieprijzen, voornamelijk veroorzaakt door externe geopolitieke factoren, nog steeds een aanzienlijke uitdaging. De Europese Centrale Bank maakt zich zorgen over de concurrentiepositie van Europese bedrijven, gezien de aanzienlijk hogere energieprijzen in vergelijking met die in de Verenigde Staten en China. Dit vormt een serieuze bedreiging voor de traditioneel sterke positie van de Europese industrie.
Er is een groeiende roep om de groene transitie te versnellen als een mogelijke oplossing om zowel de energieafhankelijkheid als de concurrentiepositie te verbeteren. Dit brengt echter nieuwe uitdagingen met zich mee, zoals netcongestie. Niettemin biedt de recente daling van de gasprijzen in februari enige verlichting. Bovendien zou de vraag naar energie-intensieve producten kunnen toenemen naarmate afnemers hun overtollige voorraden beginnen af te bouwen. Hoewel een volledig herstel naar de vroegere concurrentiepositie van Europa op korte tot middellange termijn onwaarschijnlijk lijkt, zijn er wellicht kansen voor een geleidelijke verbetering.